Wil je meer weten over hoe je beeld en taal goed kunt combineren om je boodschap effectief over te brengen? Dan raad ik je ‘Beeldtaal’ zeker aan. Als communicatieprof ben ik bedreven in het schrijven van allerlei teksten. Sinds een paar jaar zet ik stappen op het terrein van zakelijk tekenen. Toch zit ik regelmatig met een vel papier voor me. Ik heb dan wel de creatieve ideeën voor een praatplaat of visueel verslag, maar hoe deel ik het in? Of hoe gebruik ik kleur op een effectieve manier? Hoog tijd om eens een goede inleiding te lezen over deze onderwerpen.
Eerst de theorie
‘Beeldtaal’ geeft eerst een theoretische basis over hoe beeld werkt. Gestalttheorie, semiotiek en visuele retorica zijn hier uitgewerkt en komen verderop in het boek steeds weer terug in analyses van beeld. Bij het lezen over semiotiek kreeg ik antwoord op een vraag, die mij een paar jaar geleden bezighield. Ik ontwikkelde voorlichtingsmateriaal voor asielzoekers. Hierbij wilden we zoveel mogelijk gebruikmaken van beelden. Ik vroeg me daarbij wel af of beelden als iconen en pictogrammen universeel zijn en of deze ook een bepaalde ‘visuele geletterdheid’ vragen om ze te kunnen begrijpen. Om antwoord te geven op mijn eigen vraag: er zijn iconen, die letterlijk uitbeelden waar ze voor staan, zoals een weg of een boom. Deze zijn voor iedereen te begrijpen. Is een beeld weergegeven als een symbool, zoals een groene driehoek met recycle-pijlen voor duurzaamheid, dan kan de ‘lezer’ dit alleen maar herkennen door kennis en cultuur.
Uit de theorie van Gestalt leerde ik dat je het je hersens eigenlijk zo makkelijk mogelijk moet maken in beeldtaal. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort, geef structuur aan met kleur en gebruik de normale leesrichting of de richting van de klok. Dit zijn je hersens gewend. Ook zijn kleuren groen (is goed) en rood (niet doen) zo ingeburgerd, dat je bij het gebruik ervan altijd direct aan deze betekenissen denkt.
Visuele retorica gaat over het overtuigen met beelden. Een mooi voorbeeld hiervan is framing. Met een uitsnede geef je een beeld een gewenst accent mee.
Na deze theoretische inleiding gaat ‘Beeldtaal’ in op allerlei onderdelen van visuele vormgeving. Deze vond ik erg interessant:
Compositie
Symmetrie is handig om toe te passen in een compositie. Dit vinden onze hersens fijn. Doe je dit niet, werk je met asymmetrie, dan geef je het beeld juist een bepaalde richting en accenten mee. Hier kun je dus bewust mee spelen. Die richting maakt het beeld spannend. Wat gebeurt er precies? Of, waar kijk je eerst naar en kijk je automatisch daarna naar? Breng verder eenheid door gebruik van kleur, typografie en uitlijning. Ook hier is het motto: houd het rustig en eenvoudig!
Gebruik van grafieken en tabellen
Houd hier ook rekening met de lezer. Op welke vraag moet een tabel of grafiek antwoord geven? En is het altijd nodig om dit in een grafiek te zetten? In sommige grafieken is zoveel informatie verwerkt dat het eigenlijk onleesbaar is. Ook met de weergave van grafieken kunnen we manipuleren. Wist je dat we geneigd zijn om wat rechts in een grafiek staat als het belangrijkste te zien? Een 3D weergave van een taartdiagram ziet er leuk uit, maar geeft vaak een andere indruk dan een weergave ‘van boven’ en dus een vertekend beeld van de realiteit.
Zet in tabellen (ook weer!) de informatie bij elkaar, die bij elkaar hoort. Te veel wit(regels) tussen rijen of kolommen kan ervoor zorgen dat de lezer moet zoeken naar de informatie.
Infographics
Infographics zijn ‘hot’. Vaak wordt de term ‘misbruikt’ voor allerlei soorten beelden. Een infographic is een combinatie van beeld en tekst, die informatie geeft over een bepaald onderwerp. Het is niet zo zeer een versimpeling van de informatie, maar een verdieping. Als de infographic tenminste goed in elkaar zit! En dat vereist best wat werk. Welke beeldtaal (zoals pictogrammen) gebruik je? Is deze bekend bij de doelgroep? Welke leesrichting geef je mee? Hoe sluit kleurgebruik aan bij wat bekend is? Maak het hier ook weer niet te ‘wild’.
Eén van de eerste infographics ooit gemaakt is van de hand van Charles Joseph Minard. Hij bracht verschillende data over veldslagen, plaatsen en temperatuur samen om het verlies van de troepen van Napoleon in de Russische veldslagen in kaart te brengen.
En verder…
Hiermee ben ik nog lang niet uitgepraat over ‘Beeldtaal’. In andere hoofdstukken komen onder andere kleurgebruik, typografie, perspectief en beeldrecht aan de orde.
Elk hoofdstuk geeft veel tips over het dagelijks gebruik van beeld. Ook zetten de auteurs je aan het denken met opdrachten. Kijk eens naar magazines, webpagina’s of infographics vanuit de behandelde theorie.
Verwijzingen naar literatuur over de verschillende onderwerpen maakt het echt een goed algemeen werk voor een brede oriëntatie over beeldtaal. Of om als communicatieprof je collega van vormgeving beter te begrijpen.
Heb ik je enthousiast gemaakt voor dit boek? ‘Beeldtaal’ bestel je online.